Hulpwerkwoorden - les auxiliaires de mode

Il y a cinq auxiliaires de mode : kunnen - mogen - willen –moeten - zullen
Leur conjugaison est irrégulière mais très facile !


Kunnen
Mogen
Willen
Moeten
Zullen
Ik
Kan
Mag
Wil
Moet
Zal
Jij/je/u
Kan/kunt
Mag
Wil/wilt
Moet
Zal/zult
Hij/zij/het
Kan
Mag
wil
Moet
Zal
We/wij
Kunnen
Mogen
Willen
Moeten
Zullen
Jullie
Kunnen
Mogen
Willen
Moeten
Zullen
Ze/zij
Kunnen
Mogen
Willen
Moeten
Zullen


Chacun de ces verbes a un sens précis
  • Kunnen (pouvoir) exprime la capacité / la possibilité
  • Mogen (pouvoir, avoir l’autorisation) exprime la permission
  • Willen (vouloir) exprime la volonté
  • Moeten (devoir) exprime l’obligation
  • Zullen (auxiliaire du futur) exprime le futur ou une offre, suggestion, probabilité, supposition


Quand l’auxiliaire de mode est accompagné d’un infinitif, celui-ci se place en fin d’un proposition

Sujet
Auxiliaire conjuguée
Compléments
Verbe à l’infinitif
Ik
wil
voetbal
spelen
Jij
kan
taart
maken
Hij
moet
morgen
lopen
We
mogen
bier
drinken
Jullie
zullen
de rekening
betalen



!!! pour la forme interrogative : inverser sujet et auxiliaire !!!

Exercices